Klant aan het woord
Klant Eimerd de Waard:
al 65 jaar klant bij Slagers van Warmenhoven
Kent het Guinness Book of Records toevallig ook een vermelding voor de Wateringer die het langst klant is bij Slagers van Warmenhoven? Heel spannend zal de strijd niet gaan worden. Want wie kan er tegen de 65 klantjaren van Eimert de Waard op? ‘ Vanaf m’n vijftiende kom ik al in de winkel. Eerst bij Warmenhoven, toen bij Koos zijn vader en nu bij Koos zelf.’
Ja, hij kookt nog zelf. En uiteraard met een stukje vlees van Slagers van Warmenhoven. ‘Wat er nu hier in de koelkast ligt? Nou, niet zoveel, want ik moet toevallig morgen weer naar de winkel’, lacht Eimert. ‘Maar vanmiddag hebben we nog een heerlijk stukje kip gegeten. We zijn goed eten gewend. Mijn kleindochter is ook aan de slagersopleiding begonnen, zij heeft bij Slagers van Warmenhoven nog stage gelopen.’
Mee met de vrachtwagen
Letterlijk kind aan huis is de tachtigjarige Wateringer bij de slagerij, vertelt hij. ‘Nog in de tijd dat de winkel aan de Kerklaan zat. Leo Warmenhoven en Ad van Essen heb ik goed gekend, en nu weer Koos en Marc. Ik mocht zelfs mee met slager Leo Warmenhoven in de vrachtwagen, koeien kopen op de Beestenmarkt in Delft. Toen ik koster was van De Lichtbron en er was een morgen voor ouderen, dan kreeg ik van Ad en later van Koos een heerlijke schaal met lekkere hapjes om uit te delen. Ik ging ook met Koos mee naar Berkel en Rodenrijs, waar hij toen zijn koeien vandaan haalde. Dat was een feest!’
‘Voor mij geen kunstvlees!’
Hij is een trouwe klant, nog altijd. ‘Voor vlees en vleeswaren gingen wij altijd naar Slagers van Warmenhoven. Joh, het is allemaal zo lekker. Mijn vader zei het ook altijd: daar weet je wat je hebt. Nee, dat vegetarische gedoe is niet aan mij besteed. Groenten en fruit eet ik graag, maar geen kunstvlees!’
De clou van het slager zijn
Al moet het vlees dat er op tafel komt in huize De Waard van goede afkomst zijn, zegt Eimert. ‘Je moet de beesten wel goed laten opgroeien. Als je liefdevol voor beesten zorgt heb je ook een goed product. Dat is de hele clou van het slager zijn. Ik heb zelf gezien waar Koos zijn koeien vandaan haalt. Daar staan die koeien van jongs af aan. De stal straalt één en al rust uit. Geen geblèr van koeien, die hebben echt geen last van stress. Want als een koe dat heeft is het vlees niet te eten.’